Vocabulary in Dutch for beginners and travellers

Video with the most common words in Dutch

Why and how to learn Dutch vocabulary with audio?

With its High Quality of Life Index (HQI), the Netherlands makes the whole of Europe dream. This is why learning Dutch vocabulary will be particularly useful if you are interested in "European cream".

Discover the basics of the language through our detailed fact sheets. Whether you need simple polite phrases ("please": "Alstublieft", "thank you": "Dank u") or more elaborate sentences to express your love of the country ("Ik hou erg van jouw land"), everything is in our lessons. Learn these few facts without further delay to better integrate Dutch culture!

Of course, regular and assiduous practice will help you to understand and remember words even better. This is why we have established some examples of books, films, programs and music to consult in order to better immerse yourself in everyday life.

Selection of content to immerse yourself in Dutch culture

Novels:

Movies:

Emissions/Series:

  • Buitendienst
  • Baby Te Huur
  • Ik Vertrek

Musics:

Here is a selection of 400 useful words and expressions to get you started

These words and expressions are classified by theme. By clicking on the buttons Quiz or Courses, you will have free access to the complete course in Dutch. By clicking on the button printer, you can print all the expressions of the theme. This content is free of charge.
1 - Essentials
English Dutch
🔊 Hello 🔊 Goedendag
🔊 Hi! 🔊 Dag! / Hallo!
🔊 Good evening 🔊 Goedenavond
🔊 Goodbye 🔊 Tot ziens
🔊 See you later 🔊 Tot straks
🔊 Yes 🔊 Ja
🔊 No 🔊 Nee
🔊 Please! 🔊 Alstublieft
🔊 Thanks 🔊 Dank u
🔊 Thanks a lot 🔊 Dank u wel
🔊 Thanks a lot 🔊 Dank je wel
🔊 Thank you for your help 🔊 Bedankt voor uw hulp
🔊 Don't mention it 🔊 Graag gedaan
🔊 Ok 🔊 Okee
🔊 How much is it? 🔊 Hoeveel kost dat?
🔊 Sorry! 🔊 Pardon!
🔊 Sorry! 🔊 Excuseer!
🔊 I don't understand 🔊 Ik begrijp het niet
🔊 I get it 🔊 Ik heb het begrepen
🔊 I don't know 🔊 Ik weet het niet
🔊 Forbidden 🔊 Verboden
🔊 Excuse me, where are the toilets? 🔊 Waar zijn de toiletten, alstublieft?
🔊 Happy New Year! 🔊 Gelukkig Nieuwjaar!
🔊 Happy birthday! 🔊 Gelukkige verjaardag!
🔊 Happy holiday! 🔊 Prettige feesten!
🔊 Congratulations! 🔊 Gefeliciteerd!
🔊 Congratulations! 🔊 Proficiat!
2 - Conversation
English Dutch
🔊 Hello. How are you? 🔊 Hallo. Hoe gaat het?
🔊 Hello. I'm fine, thank you 🔊 Hallo. Het gaat goed, dank je
🔊 Do you speak Dutch? 🔊 Spreek je Nederlands ?
🔊 No, I don't speak Dutch 🔊 Nee, ik spreek geen Nederlands
🔊 Only a little bit 🔊 Slechts een klein beetje
🔊 Where do you come from? 🔊 Waar kom je vandaan?
🔊 What is your nationality? 🔊 Wat is je nationaliteit?
🔊 I am English 🔊 Ik ben Engels
🔊 And you, do you live here? 🔊 En jij, woon je hier?
🔊 Yes, I live here 🔊 Ja, ik woon hier
🔊 My name is Sarah, what's your name? 🔊 Ik heet Sarah, en jij?
🔊 Julian 🔊 Julien
🔊 What are you doing here? 🔊 Wat doe je hier?
🔊 I am on holiday 🔊 Ik ben op vakantie
🔊 I am on holiday 🔊 Ik ben met vakantie
🔊 We are on holiday 🔊 Wij zijn op vakantie
🔊 We are on holiday 🔊 Wij zijn met vakantie
🔊 I am on a business trip 🔊 Ik ben op zakenreis
🔊 I work here 🔊 Ik werk hier
🔊 We work here 🔊 Wij werken hier
🔊 Where are the good places to go out and eat? 🔊 Wat zijn de goeie plekjes om te eten?
🔊 Is there a museum in the neighbourhood? 🔊 Is er een museum in de buurt?
🔊 Where could I get an internet connection? 🔊 Waar kan ik internetverbinding maken?
3 - Learning
English Dutch
🔊 I get it 🔊 Ik heb het begrepen
🔊 Do you want to learn a few words? 🔊 Wil je enkele woorden leren?
🔊 Yes, sure! 🔊 Okee!
🔊 What's this called? 🔊 Hoe heet dat?
🔊 It's a table 🔊 Dat is een tafel
🔊 A table. Do you understand? 🔊 Een tafel, begrijp je?
🔊 Can you repeat please? 🔊 Kan je dat alsjeblieft herhalen?
🔊 Can you talk a bit more slowly, please ? 🔊 Kan je een beetje trager praten, alsjeblieft?
🔊 Could you write it down, please? 🔊 Zou je dat kunnen opschrijven, alsjeblieft?
4 - Colours
English Dutch
🔊 I like the colour of this table 🔊 Ik vind de kleur van deze tafel mooi
🔊 It's red 🔊 Het is rood
🔊 Blue 🔊 Blauw
🔊 Yellow 🔊 Geel
🔊 White 🔊 Wit
🔊 Black 🔊 Zwart
🔊 Green 🔊 Groen
🔊 Orange 🔊 Oranje
🔊 Purple 🔊 Paars
🔊 Grey 🔊 Grijs
5 - Numbers
English Dutch
🔊 Zero 🔊 Nul
🔊 One 🔊 Een
🔊 Two 🔊 Twee
🔊 Three 🔊 Drie
🔊 Four 🔊 Vier
🔊 Five 🔊 Vijf
🔊 Six 🔊 Zes
🔊 Seven 🔊 Zeven
🔊 Eight 🔊 Acht
🔊 Nine 🔊 Negen
🔊 Ten 🔊 Tien
🔊 Eleven 🔊 Elf
🔊 Twelve 🔊 Twaalf
🔊 Thirteen 🔊 Dertien
🔊 Fourteen 🔊 Veertien
🔊 Fifteen 🔊 Vijftien
🔊 Sixteen 🔊 Zestien
🔊 Seventeen 🔊 Zeventien
🔊 Eighteen 🔊 Achttien
🔊 Nineteen 🔊 Negentien
🔊 Twenty 🔊 Twintig
🔊 Twenty-one 🔊 Eenentwintig
🔊 Twenty-two 🔊 Tweeëntwintig
🔊 Twenty-three 🔊 Drieëntwintig
🔊 Twenty-four 🔊 Vierentwintig
🔊 Twenty-five 🔊 Vijfentwintig
🔊 Twenty-six 🔊 Zesentwintig
🔊 Twenty-seven 🔊 Zevenentwintig
🔊 Twenty-eight 🔊 Achtentwintig
🔊 Twenty-nine 🔊 Negenentwintig
🔊 Thirty 🔊 Dertig
🔊 Thirty-one 🔊 Eenendertig
🔊 Thirty-two 🔊 Tweeëndertig
🔊 Thirty-three 🔊 Drieëndertig
🔊 Thirty-four 🔊 Vierendertig
🔊 Thirty-five 🔊 Vijfendertig
🔊 Thirty-six 🔊 Zesendertig
🔊 Forty 🔊 Veertig
🔊 Fifty 🔊 Vijftig
🔊 Sixty 🔊 Zestig
🔊 Seventy 🔊 Zeventig
🔊 Eighty 🔊 Tachtig
🔊 Ninety 🔊 Negentig
🔊 One hundred 🔊 Honderd
🔊 A hundred and five 🔊 Honderd vijf
🔊 A hundred and five 🔊 Honderd en vijf
🔊 Two hundred 🔊 Tweehonderd
🔊 Three hundred 🔊 Driehonderd
🔊 Four hundred 🔊 Vierhonderd
🔊 A thousand 🔊 Duizend
🔊 A thousand five hundred 🔊 Vijftienhonderd
🔊 Two thousand 🔊 Tweeduizend
🔊 Ten thousand 🔊 Tienduizend
6 - Time tracking
English Dutch
🔊 When did you get here? 🔊 Wanneer ben je aangekomen?
🔊 Today 🔊 Vandaag
🔊 Yesterday 🔊 Gisteren
🔊 Two days ago 🔊 Twee dagen geleden
🔊 How long are you staying for? 🔊 Hoe lang blijf je?
🔊 I'm leaving tomorrow 🔊 Ik vertrek morgen
🔊 I'll be leaving the day after tomorrow 🔊 Ik vertrek overmorgen
🔊 I'll be leaving in three days 🔊 Ik vertrek over drie dagen
🔊 Monday 🔊 Maandag
🔊 Tuesday 🔊 Dinsdag
🔊 Wednesday 🔊 Woensdag
🔊 Thursday 🔊 Donderdag
🔊 Friday 🔊 Vrijdag
🔊 Saturday 🔊 Zaterdag
🔊 Sunday 🔊 Zondag
🔊 January 🔊 Januari
🔊 February 🔊 Februari
🔊 March 🔊 Maart
🔊 April 🔊 April
🔊 May 🔊 Mei
🔊 June 🔊 Juni
🔊 July 🔊 Juli
🔊 August 🔊 Augustus
🔊 September 🔊 September
🔊 October 🔊 Oktober
🔊 November 🔊 November
🔊 December 🔊 December
🔊 What time are you leaving at? 🔊 Hoe laat vertrek je?
🔊 Morning, at eight o'clock 🔊 Om acht uur 's ochtends
🔊 Morning, at a quarter past 8 🔊 Om kwart over acht 's ochtends
🔊 Morning, at half past 8 🔊 Om half negen 's ochtends
🔊 Morning, at a quarter to nine 🔊 Om kwart voor negen 's ochtends
🔊 Evening, at 6pm 🔊 Om zes uur 's avonds
🔊 I am late 🔊 Ik ben laat
🔊 I am late 🔊 Ik heb vertraging
7 - Taxi
English Dutch
🔊 Taxi! 🔊 Taxi!
🔊 Where would you like to go? 🔊 Waar wilt u naartoe?
🔊 I'm going to the train station 🔊 Ik ga naar het station
🔊 I'm going to the Day and Night Hotel 🔊 Ik ga naar het hotel Dag en Nacht
🔊 Can you take me to the airport, please? 🔊 Kunt u me naar de luchthaven brengen?
🔊 Can you take my luggage? 🔊 Kunt u mijn bagage nemen?
🔊 Is it far from here? 🔊 Is het ver van hier?
🔊 No it's close 🔊 Nee, het is vlakbij
🔊 Yes it's a little bit further away 🔊 Ja, het is iets verder weg
🔊 How much will it be? 🔊 Hoeveel zal het kosten?
🔊 Take me there, please 🔊 Breng me hiernaartoe, alstublieft
🔊 You go right 🔊 Het is rechts
🔊 You go left 🔊 Het is links
🔊 It's straight on 🔊 Het is rechtdoor
🔊 It's right here 🔊 Het is hier
🔊 It's that way 🔊 Het is die kant uit
🔊 It's that way 🔊 Het is langs daar
🔊 Stop! 🔊 Stop!
🔊 Take your time 🔊 Neem uw tijd
🔊 Can I have a receipt, please? 🔊 Mag ik een ontvangstbewijs, alstublieft?
8 - Family
English Dutch
🔊 Do you have family here? 🔊 Heb je familie hier?
🔊 My father 🔊 Mijn vader
🔊 My mother 🔊 Mijn moeder
🔊 My son 🔊 Mijn zoon
🔊 My daughter 🔊 Mijn dochter
🔊 A brother 🔊 Een broer
🔊 a sister 🔊 Een zus
🔊 a friend 🔊 Een vriend
🔊 a friend 🔊 Een vriendin
🔊 My boyfriend 🔊 Mijn vriend
🔊 My girlfriend 🔊 Mijn vriendin
🔊 My husband 🔊 Mijn man
🔊 My wife 🔊 Mijn vrouw
9 - Feelings
English Dutch
🔊 I really like your country 🔊 Ik hou erg van jouw land
🔊 I love you 🔊 Ik hou van je
🔊 I am happy 🔊 Ik ben blij
🔊 I am sad 🔊 Ik ben verdrietig
🔊 I feel great here 🔊 Ik voel me goed hier
🔊 I am cold 🔊 Ik heb het koud
🔊 I am hot 🔊 Ik heb het warm
🔊 It's too big 🔊 Het is te groot
🔊 It's too small 🔊 Het is te klein
🔊 It's perfect 🔊 Het is perfect
🔊 Do you want to go out tonight? 🔊 Wil je vanavond uit?
🔊 I would like to go out tonight 🔊 Ik zou graag uitgaan vanavond
🔊 It is a good idea 🔊 Dat is een goed idee
🔊 I want to have fun 🔊 Ik wil me amuseren
🔊 It is not a good idea 🔊 Dat is geen goed idee
🔊 I don't want to go out tonight 🔊 Ik heb geen zin om uit te gaan vanavond
🔊 I want to rest 🔊 Ik wil rusten
🔊 Would you like to do some sport? 🔊 Wil je sporten?
🔊 Yes, I need to relax 🔊 Ik heb ontspanning nodig
🔊 I play tennis 🔊 Ik speel tennis
🔊 Yes, I need to relax 🔊 Ja, ik heb nood aan ontspanning
🔊 No thanks. I am tired already 🔊 Nee bedankt, ik ben erg moe
10 - Bar
English Dutch
🔊 The bar 🔊 De bar
🔊 Would you like to have a drink? 🔊 Wil je iets drinken?
🔊 To drink 🔊 Drinken
🔊 Glass 🔊 Glas
🔊 With pleasure 🔊 Ja, graag
🔊 What would you like? 🔊 Wat wil je?
🔊 What's on offer? 🔊 Waar kan ik uit kiezen?
🔊 There is water or fruit juices 🔊 Er is water of vruchtensap
🔊 There is water or fruit juices 🔊 Er is water of fruitsap
🔊 Water 🔊 Water
🔊 Can you add some ice cubes, please? 🔊 Kunt u er ijsblokjes bij doen?
🔊 Can you add some ice cubes, please? 🔊 Kan je er ijsblokjes bij doen?
🔊 Ice cubes 🔊 Ijsblokjes
🔊 Chocolate 🔊 Chocolademelk
🔊 Milk 🔊 Melk
🔊 Tea 🔊 Thee
🔊 Coffee 🔊 Koffie
🔊 With sugar 🔊 Met suiker
🔊 With cream 🔊 Met melk
🔊 Wine 🔊 Wijn
🔊 Beer 🔊 Bier
🔊 A tea please 🔊 Een thee, graag
🔊 A beer please 🔊 Een biertje, graag
🔊 What would you like to drink? 🔊 Wat wilt u drinken?
🔊 A beer please 🔊 Een pint(je) graag
🔊 Two teas please! 🔊 Twee thee's, graag
🔊 Two beers please! 🔊 Twee biertjes, graag
🔊 Two beers please! 🔊 Twee pinten graag
🔊 Nothing, thanks 🔊 Niets, dank u
🔊 Cheers! 🔊 Proost
🔊 Cheers! 🔊 Santé!
🔊 Cheers! 🔊 Gezondheid!
🔊 Can we have the bill please? 🔊 De rekening, alstublieft!
🔊 Excuse me, how much do I owe? 🔊 Hoeveel kost dat ?
🔊 Excuse me, how much do I owe? 🔊 Hoeveel moet ik u?
🔊 Twenty euros 🔊 Twintig euro
🔊 It's on me 🔊 Ik trakteer je
11 - Restaurant
English Dutch
🔊 The restaurant 🔊 Het restaurant
🔊 Would you like to eat? 🔊 Wil je iets eten?
🔊 Yes, with pleasure 🔊 Ja, graag
🔊 To eat 🔊 Eten
🔊 Where can we eat? 🔊 Waar kunnen we eten?
🔊 Where can we have lunch? 🔊 Waar kunnen we lunchen?
🔊 Dinner 🔊 Het avondmaal
🔊 Breakfast 🔊 Het ontbijt
🔊 Excuse me! 🔊 Excuseer!
🔊 The menu, please 🔊 De menukaart, alstublieft!
🔊 Here is the menu 🔊 Hier is de menukaart!
🔊 What do you prefer to eat? Meat or fish? 🔊 Eet je liever vlees of vis?
🔊 With rice 🔊 Met rijst
🔊 With pasta 🔊 Met pasta
🔊 Potatoes 🔊 Aardappels
🔊 Potatoes 🔊 Aardappelen
🔊 Vegetables 🔊 Groenten
🔊 Scrambled eggs - fried eggs - or a boiled egg 🔊 Roerei - spiegelei - zachtgekookt eitje
🔊 Bread 🔊 Brood
🔊 Butter 🔊 Boter
🔊 Salad 🔊 Een salade
🔊 Dessert 🔊 Een toetje
🔊 Dessert 🔊 Een nagerecht
🔊 Fruit 🔊 Fruit
🔊 Can I have a knife, please? 🔊 Hebt u een mes, alstublieft?
🔊 Yes, I'll bring it to you right away 🔊 Ja, ik breng er u onmiddellijk een
🔊 a knife 🔊 Een mes
🔊 a fork 🔊 Een vork
🔊 a spoon 🔊 Een lepel
🔊 Is it a warm dish? 🔊 Is dit een warme schotel?
🔊 Yes, very hot also! 🔊 Ja, en erg pikant ook!
🔊 Warm 🔊 Warm
🔊 Cold 🔊 Koud
🔊 Hot 🔊 Pikant
🔊 I'll have fish 🔊 Ik neem vis!
🔊 Me too 🔊 Ik ook
12 - Parting
English Dutch
🔊 It's late, I have to go! 🔊 Het is laat! Ik moet nu weggaan!
🔊 Shall we meet again? 🔊 Kunnen we elkaar weerzien?
🔊 Yes with pleasure 🔊 Ja, leuk!
🔊 This is my address 🔊 Ik woon op dit adres
🔊 Do you have a phone number? 🔊 Heb je een telefoonnummer?
🔊 Yes here you go 🔊 Ja, dit is het
🔊 I had a lovely time 🔊 Ik vond het gezellig
🔊 Me too, it was a pleasure to meet you 🔊 Ik ook, ik vond het leuk om kennis met je te maken
🔊 We will see each other soon 🔊 We zien elkaar snel weer
🔊 I hope so too 🔊 Ik hoop het ook
🔊 Goodbye 🔊 Tot ziens!
🔊 See you tomorrow 🔊 Tot morgen
🔊 Bye! 🔊 Dag!
13 - Transportation
English Dutch
🔊 Thanks 🔊 Dank u
🔊 Excuse me! I'm looking for the bus stop 🔊 Pardon, ik zoek de bushalte
🔊 How much is a ticket to Sun City?  🔊 Hoeveel kost een ticket naar Zonstad?
🔊 Where does this train go, please?  🔊 Waar gaat deze trein naartoe, alstublieft?
🔊 Does this train stop at Sun City?  🔊 Stopt deze trein in Zonstad?
🔊 When does the train for Sun City leave?  🔊 Wanneer vertrekt de trein naar Zonstad?
🔊 When will this train arrive in Sun City?  🔊 Wanneer komt de trein aan in Zonstad?
🔊 A ticket for Sun City, please 🔊 Een kaartje voor Zonstad, alstublieft
🔊 Do you have the train's time table? 🔊 Hebt u de dienstregeling van de trein?
🔊 Bus schedule 🔊 De dienstregeling van de bus
🔊 Excuse me, which train goes to Sun City? 🔊 Pardon, welke trein gaat naar Zonstad?
🔊 This one 🔊 Die trein
🔊 Don't mention it, have a good trip! 🔊 Graag gedaan. Goede reis!
🔊 The garage 🔊 De (repareer)garage
🔊 The petrol station 🔊 Het benzinestation
🔊 A full tank, please 🔊 Voltanken, alstublieft
🔊 Bike 🔊 Fiets
🔊 Town centre 🔊 Het stadscentrum
🔊 Suburb 🔊 De voorstad
🔊 It is a city 🔊 Het is een stad
🔊 It is a village 🔊 Het is een dorp
🔊 A mountain 🔊 Een berg
🔊 a lake 🔊 Een meer
🔊 The countryside 🔊 Het platteland
14 - Hotel
English Dutch
🔊 The hotel 🔊 Het hotel
🔊 Apartment 🔊 Appartement
🔊 Welcome! 🔊 Welkom!
🔊 Do you have a room available? 🔊 Hebt u een kamer vrij?
🔊 Is there a bathroom in the room? 🔊 Is er een badkamer in de kamer?
🔊 Would you prefer two single beds? 🔊 Verkiest u twee eenpersoonsbedden?
🔊 Do you wish to have a twin room? 🔊 Wenst u een kamer met een dubbel bed?
🔊 A room with bathtub - with balcony - with shower 🔊 Kamer met bad - met balkon - met douche
🔊 Bed and breakfast 🔊 Kamer met ontbijt
🔊 How much is it for a night? 🔊 Wat is de prijs voor één nacht?
🔊 I would like to see the room first 🔊 Ik zou graag eerst de kamer zien
🔊 Yes, of course 🔊 Ja, natuurlijk
🔊 Thank you, the room is very nice 🔊 Dank u, de kamer is erg mooi
🔊 OK, can I reserve for tonight? 🔊 Okee, kan ik reserveren voor deze nacht?
🔊 It's a bit too much for me, thank you 🔊 Het is wat te duur voor mij, bedankt
🔊 Could you take care of my luggage, please? 🔊 Kunt u voor mijn bagage zorgen, alstublieft?
🔊 Where is my room, please? 🔊 Waar is mijn kamer, alstublieft?
🔊 It is on the first floor 🔊 Het is op de eerste verdieping
🔊 Is there a lift? 🔊 Is er een lift?
🔊 The elevator is on your left 🔊 De lift is aan uw linkerkant
🔊 The elevator is on your right 🔊 De lift is aan uw rechterkant
🔊 Where is the laundry room, please? 🔊 Waar is de wasserij, alstublieft?
🔊 It is on the ground floor 🔊 Het is op de gelijkvloerse verdieping
🔊 Ground floor 🔊 De gelijkvloerse verdieping
🔊 It is on the ground floor 🔊 Het is op de benedenverdieping
🔊 Ground floor 🔊 De begane grond
🔊 Bedroom 🔊 Kamer
🔊 Dry cleaner's 🔊 Droogkuis
🔊 Dry cleaner's 🔊 Stomerij
🔊 Hair salon 🔊 Kapsalon
🔊 Car parking space 🔊 Autoparking
🔊 Let's meet in the meeting room? 🔊 We zien elkaar in de vergaderzaal?
🔊 Meeting room 🔊 De vergaderzaal
🔊 The swimming pool is heated 🔊 Het zwembad is verwarmd
🔊 Swimming pool 🔊 Het zwembad
🔊 Please, wake me up at seven a.m. 🔊 Maak me wakker om 7 uur, alstublieft
🔊 The key, please 🔊 De sleutel, alstublieft
🔊 The pass, please 🔊 De pas, alstublieft
🔊 Are there any messages for me? 🔊 Zijn er berichten voor mij?
🔊 Yes, here you are 🔊 Ja, alstublieft
🔊 No, we didn't receive anything for you 🔊 Nee, we hebben niets voor u ontvangen
🔊 Where can I get some change? 🔊 Waar kan ik wisselgeld krijgen?
🔊 Please can you give me some change? 🔊 Kunt u mij wisselgeld geven?
🔊 We can make some for you, how much would you like? 🔊 Dat kunnen wij. Hoeveel had u gewenst?
15 - Looking for someone
English Dutch
🔊 Excuse me, is Sarah here? 🔊 Is Sarah hier, alstublieft?
🔊 Yes, she's here 🔊 Ja, ze is hier
🔊 She's out 🔊 Ze is weg
🔊 You can call her on her mobile phone 🔊 U kunt haar bellen op haar mobiel
🔊 You can call her on her mobile phone 🔊 U kunt haar bellen op haar GSM
🔊 Do you know where I could find her? 🔊 Weet u waar ik haar kan vinden?
🔊 She is at work 🔊 Ze is op haar werk
🔊 She is at home 🔊 Ze is thuis
🔊 Excuse me, is Julien here? 🔊 Is Julien hier, alstublieft?
🔊 Yes, he's here 🔊 Ja, hij is hier
🔊 He's out 🔊 Hij is weg
🔊 Do you know where I could find him? 🔊 Weet u waar ik hem kan vinden?
🔊 You can call him on his mobile phone 🔊 U kunt hem bellen op zijn mobiel
🔊 You can call him on his mobile phone 🔊 U kunt hem bellen op zijn GSM
🔊 He is at work 🔊 Hij is op zijn werk
🔊 He is at home 🔊 Hij is thuis
16 - Beach
English Dutch
🔊 The beach 🔊 Het strand
🔊 Do you know where I can buy a ball? 🔊 Weet u waar ik een bal kan kopen?
🔊 There is a store in this direction 🔊 Er is een winkel in die richting
🔊 a ball 🔊 Een bal
🔊 Binoculars 🔊 Een verrekijker
🔊 a cap 🔊 Een pet
🔊 a towel 🔊 Een handdoek
🔊 Sandals 🔊 Sandalen
🔊 a bucket 🔊 Een emmer
🔊 Suntan lotion 🔊 Zonnecrème
🔊 Swimming trunks 🔊 Zwembroek
🔊 Sunglasses 🔊 Zonnebril
🔊 Shellfish 🔊 Schaaldieren
🔊 Sunbathing 🔊 Zonnebaden
🔊 Sunny 🔊 Zonnig
🔊 Sunset 🔊 Zonsondergang
🔊 Parasol 🔊 Parasol
🔊 Sun 🔊 Zon
🔊 Sunshade 🔊 Schaduw
🔊 Sunstroke 🔊 Zonnesteek
🔊 Sunstroke 🔊 Zonneslag
🔊 Is it dangerous to swim here? 🔊 Is het gevaarlijk om hier te zwemmen?
🔊 No, it is not dangerous 🔊 Nee, het is niet gevaarlijk
🔊 Yes, it is forbidden to swim here 🔊 Ja, het is verboden om hier te zwemmen
🔊 Swim 🔊 Zwemmen
🔊 Swimming 🔊 Zwemmen
🔊 Wave 🔊 Golf
🔊 Sea 🔊 Zee
🔊 Dune 🔊 Duin
🔊 Sand 🔊 Zand
🔊 What is the weather forecast for tomorrow? 🔊 Welk weer voorspellen ze voor morgen?
🔊 The weather is going to change 🔊 Het weer gaat veranderen
🔊 It is going to rain 🔊 Het gaat regenen
🔊 It will be sunny 🔊 Het wordt zonnig
🔊 It will be very windy 🔊 Het wordt erg winderig
🔊 Swimming suit 🔊 Zwempak
17 - In case of trouble
English Dutch
🔊 Can you help me, please? 🔊 Kunt u me helpen, alstublieft?
🔊 I'm lost 🔊 Ik ben de weg kwijt
🔊 What would you like? 🔊 Wat wenst u?
🔊 What happened? 🔊 Wat is er gebeurd?
🔊 Where could I find an interpreter? 🔊 Waar kan ik een tolk vinden?
🔊 Where is the nearest chemist's shop? 🔊 Waar is de dichtstbijzijnde apotheek?
🔊 Can you call a doctor, please 🔊 Kunt u een dokter bellen, alstublieft?
🔊 Which kind of treatment are you undergoing at the moment? 🔊 Welke behandeling krijgt u op dit moment?
🔊 a hospital 🔊 Een ziekenhuis
🔊 a chemist's 🔊 Een apotheek
🔊 a doctor 🔊 Een dokter
🔊 Medical department 🔊 Medische dienst
🔊 I lost my papers 🔊 Ik ben mijn papieren kwijt
🔊 My papers have been stolen 🔊 Mijn papieren zijn gestolen
🔊 Lost-property office 🔊 Bureau voor gevonden voorwerpen
🔊 First-aid station 🔊 Hulppost
🔊 Emergency exit 🔊 Nooduitgang
🔊 The police 🔊 De Politie
🔊 Papers 🔊 Identiteitsbewijs
🔊 Money 🔊 Geld
🔊 Passport 🔊 Paspoort
🔊 Luggage 🔊 Bagage
🔊 I'm ok, thanks 🔊 Nee dank u, ik heb geen interesse
🔊 Leave me alone! 🔊 Laat me met rust!
🔊 Go away! 🔊 Ga weg!

Our method

Download mp3 and pdf